logo nl small

Courtisane naar Eisen, Vincent Van Gogh en Japan - van pavillon Uitmarkt 2017

Japan - Vincent van Gogh is er nooit geweest. Toch oefende het land en zijn cultuur een enorme invloed op hem uit. Van Goghs fascinatie voor kunst uit Japan begon al in 1885 toen hij in Antwerpen zijn eerste prenten uit Japan kocht. En even later in Parijs schafte hij er honderden van aan. Het Japonisme was daar al tot een ware hype uitgegroeid. De betekenis van Japanse prentkunst als inspiratiebron voor Vincent van Gogh schijnt nauwelijks te overschatten. Maar Vincent was niet de enige die erdoor geboeid werd. Kunst uit Japan en andere schatten die het land te bieden had werden erg populair in Europa in de 19de eeuw, toen Japan zich - na eeuwenlange afsluiting naar buiten – vanaf 1854 naar het westen toe opende.

Vincent kon zich vaak niet de kleurenhoutsnedes van de allergrootste meesters veroorloven die nog vandaag als het fijnste van deze tak van kunst uit Japan beschouwd worden. Toch was er genoeg Japanse prentkunst op de markt om ook voor hem en zijn broer Theo mogelijkheden te bieden. Vincent van Gogh kocht stapels tegelijk bij kunsthandelaar Siegfried Bing. Hier mocht hij op zolder ook naar hartenlust rondneuzen door diens voorraad Japanse prenten.

Japanse prenten en hun invloed op Vincent van Gogh

Van Gogh toonde Japanse werken op de achtergrond van zijn schilderijen. Hij bootste ze zelfs na in eigen schilderijen, ook al met een andere visuele en artistieke doelstelling dan de oosterse meesters van de kleurenhoutsnede. Voor een tijdje vatte hij ook het plan om zelf in Japanse kleurenhoutsnedes te handelen, maar dit werd geen succes. De prenten waren ook van invloed op de composities en beelduitsnedes van zijn eigen werk. Er wordt afgezien van de weergave van schaduw, vaak word de blik diagonaal door het beeld geleid of staan er boomstammen markant verticaal op de voorgrond. Het zuidelijk gelegen Arles werd voor Vincent een plaatsvervangend Japan. Tijdens zijn verblijf in Arles in Frankrijk schreef hij ook dat Japanse grafiek hem gelukkig en vrolijk maakte.

Pas aan het einde van zijn loopbaan koos Vincent ervoor, Japanse kunst niet meer als voornaamste voorbeeld te beschouwen. Tot die tijd waren Japanse prenten uit de 19de eeuw echter een belangrijke inspiratiebron voor Vincent van Gogh.

Tentoonstelling Van Gogh & Japan in het Van Gogh Museum Amsterdam

Het Van Gogh Museum in Amsterdam laat in de speciale tentoonstelling van 23 maart tot en met 24 juni 2018 zien wat Vincent van Gogh met Japan verbond en hoe zijn passie voor Japan in zijn kunst tot uitdrukking komt. Hiervoor is niet alleen uit de omvangrijke eigen collectie geplukt, ook zijn er veel werken uit internationale musea als bruikleen te zien.

Zoals de Arlésienne (Madame Ginoux) van 1888 uit het Metropolitan Museum in New York, La Berceuse (Portret van Madame Roulin) van 1889 uit het Art Institute of Chicago en het zelfportret als “Japanse monnik” dat in het Fogg Art Museum in Cambridge (VS) thuis is en dat Van Gogh voor Paul Gauguin geschilderd heeft (die het later voor 300 Francs weer van de hand heeft gedaan). En als klap op de vuurpijl zien we het beroemde zelfportret met verbonden oor en met Japanse prent aan de achtermuur uit de Courtauld Gallery in Londen. Dit unieke schilderij werd voor het laatst in 1955 uitgeleend en mag wegens verbouwing van de Courtauld Gallery zelfs tot 2020 in Amsterdam blijven.

 Vincent van Gogh, Zelfportret met verbonden oor, Courtauld Gallery Londen 1889

Japanse kleurenhoutsnedes

Naast schilderijen en tekeningen van Vincent van Gogh zelf worden natuurlijk ook de Japanse prenten getoond die een zo belangrijke inspiratie voor hem waren. Deze Japanse prenten worden ukyio-e prenten (“prenten van de vlietende wereld”) genoemd en veel uit Vincents eigen bezit wordt nog steeds in het Van Gogh Museum bewaard. De bloeitijd van deze ukyio-e prenten kan in drie periodes verdeeld worden: de eerste vanaf ca. eind 18e eeuw tot 1828, de tweede van 1828 tot 1865 en de derde van 1865 tot 1887. Van Goghs eigen bezit van zulke prenten omvatte vooral de 2de periode, met kunstenaars van de Utagawa-school als Kunisada, Hiroshige, Kuniyoshi en Kunisada II. Maar ook zo’n 65 bladen van de latere periode hoorden bij zijn collectie.

Deze kenmerken zich vaak door fellere kleuren dan de vorige, want inmiddels waren Japanse kunstenaars begonnen met ‘nieuwerwetse’ Europese pigmenten te werken – dit vaak ook specifiek voor de Europese markt. Want die was een belangrijk afzetgebied geworden toen na de opening van Japan naar het westen toe midden 19de eeuw in Europa en vooral ook in Parijs een rage was ontstaan die Japonisme ging heten. Wie ertoe wilde doen, moest voorwerpen uit Japan aanschaffen of zelfs verzamelen, die nu in Parijs overal verkrijgbaar waren in grote warenhuizen en in de kunsthandel. Zo werd dus ook Vincent van Gogh “besmet” en in de tentoonstelling in het Van Gogh Museum in Amsterdam is aanschouwelijk te zien wat dit voor hem en zijn kunst betekende.

Na afloop van de tentoonstelling zullen ook sommige karakteristieke werken weer naar de vaste collectie in het museum terugkeren. Bij een privé rondleiding in het Van Gogh Museum Van Gogh Museum valt ook dan nog veel te ontdekken over Vincents fascinatie voor Japanse kunst.

April 2018

 


Deze website maakt gebruik van cookies. Met cookies vergroten wij de functionaliteit van onze website. Zonder cookies zal deze mogelijk niet optimaal functioneren. Als je verder deze website blijft bezoeken zonder de instellingen voor cookies in je browser te wijzigen, begrijpen wij dit als toestemming voor het plaatsen van deze cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring. Ga voor meer informatie naar in de privacy verklaring.