Kijk goed uit als u door Utrecht loopt. Er is veel moois te ontdekken, als de blik net even buiten de gebaande paden mag dwalen. De middeleeuwse Domtoren van Utrecht is het onbetwiste middenpunt en de meest belangrijke bezienswaardigheid van de stad. Maar er is meer, als u de ogen maar openhoud. Hieronder een (subjectieve) keuze. Wie benieuwd is om zelf tijdens een wandeling door Utrecht meer over de stad te weten te komen, vindt hier meer informatie over stadswandelingen in Utrecht.
Sint Willibrordus op zijn paard. Dit is het hoofd van het bronzen beeld van de heilige dat op het Janskerkhof staat. Willibrordus houdt hier een klein Fries kerkje in zijn handen. Dit beeld van Willibrordus te paard werd gemaakt door Albert Termote. Plannen voor het beeld waren er al in 1939, maar toen het gipsmodel in 1940 klaar was, was de Tweede Wereldoorlog uitgebroken en werd het model tijdelijk in een school in Voorburg verborgen. In 1947 kon het grote bronzen beeld alsnog onthuld worden.
Zonnewijzer van 1463 aan de Jacobikerk in Utrecht, de oudste zonnewijzer van Nederland, misschien wel van Europa. De cijfers van deze oudste gedateerde zogenaamde poolstijl zonnewijzer langs de halve cirkel lopen van VI via XII naar VI. Boven de pin kan het in Romeinse getallen aangegeven jaar M IIII LX III (= 1463) ontcijferd worden. De tekens in de hoeken links en rechtsonder zijn waarschijnlijk metselaarstekens, die de maker als zijn merk in de zandsteen krabde.
Een onverwacht mooi glas-in-lood venster in de openbare bibliotheek van Utrecht, (nog) gevestigd in het gebouw van het voormalige warenhuis V&D uit de jaren 1909-1924.
Een prachtig romaans kapiteel in de Nicolaikerk in Utrecht.
Verroest oud fiets, geleund aan de muren van een werftkelder. Waarschiijnlijk gered uit de golven van de Oudegracht.
Blauw glas in de etalage van een antiquair in de Zadelstraat in Utrecht.
Gevel van het huis „D'Coninck van Poortugael" (de koning van Portugal) van 1619, Voorstraat 14. Mooi voorbeeld van renaissance architectuur in Utrecht.
Kleurrijk beschilderd pilaar in de neogotische St. Willibrorduskerk in de Minrebroederstraat 21, gebouwd naar ontwerp van Alfred Tepe. Het rijke interieur is voornamelijk te danken aan leden van het Utrechtse St. Bernulphusgilde.
In de straat Drift, ongeveer tegenover de Universiteitsbibliotheek, doet een oud kanon of ander geschut dienst als afzetting of "schampsteen" voor een huis.
Deze imposante stierenkop siert de Kleine Vleeshal in de Lange Nieuwstraat, vlak naast Museum Catharijneconvent. In de vleeshal werd geslacht en vlees verkocht. De Kleine Vleeshal en haar zus, het Grote Vleeshuis, ontstonden na de opheffing van het vleeshouwersgilde. De slagers waren de enigen die in het openbaar een mes mochten dragen. Dat leidde ertoe dat zij in 1425 in een politieke ruzie de burgemeester vermoordden - aanleiding om het gilde op te heffen, de leden over andere gilden te verspreiden en nieuwe vleeshuizen op grotere afstand van het stadhuis te bouwen.
Binnenkort hopelijk meer.