Een hele tijd keek ik al uit naar de tentoonstelling over de Utrechtse stadsmuren in het Centraal Museum, met in het achterhoofd, hun locatie en betekenis ook in het echt bij een stadswandeling in Utrecht aan de een of andere groep te kunnen laten zien. Maar intussen zijn weer nieuwe muren opgetrokken: het coronavirus blijft ons dwarszitten en houdt veel bezoekers op afstand. Alsof er een nieuwe muur rond Utrecht is ontstaan, die mensen er helaas van weerhoudt om de stad en haar verhalen beter te leren kennen.
Maar geen reden om deze tentoonstelling in het Centraal Museum niet van harte aan te bevelen, voor wie er tot januari nog naar wil kijken. En wie niet hiervoor naar Utrecht wil of kan komen, vindt hier een paar indrukken en wetenswaardigheden van de ommuring die de stad in het verleden kende.

Bij het Hieronymusplantsoen en Lucasbolwerk in Utrecht zijn nog resten van de stadsmuur te vinden.
Wie moet gokken, vermoedt de oude stadsmuren ongeveer rond het gebied van de huidige oude binnenstad. En dit klopt ook ongeveer. Vandaag de dag is het de singel die de grenzen van het oude Utrecht aangeeft. De singel, die nét weer ‘rond’ is geworden en waar het water pas sinds kort weer ringsomheen vloeit.
Eerste afbakeningen van het terrein: de Romeinen
Maar dit was niet altijd de stadsgrens. De eerste bewoners waarvan we sporen van een omheining kennen, waren de Romeinen. Zij bouwden hun castellum waar nu het Domplein te vinden is en legden hier een bijna precies vierkante grens van hun neerzetting aan – eerst een aarden wal, later ook een stenen muur, gemaakt uit natuursteen: tufsteen uit de Duitse Eifel.

Ringsom het Domplein in Utrecht markeert een metalen streep in de grond de voormalige grenzen van het Romeinse castellum.
Na het vertrek van de Romeinen vonden eerste bewoners van de vroege middeleeuwen het verlaten castellum een geschikte plek om te verblijven. Door hen zijn maar weinig sporen achtergelaten. Wél werden er een paar graven met interessante grafbijgaven gevonden. Toen onder de eerste Utrechtse bisschop Willibrord de kerstening van de neerzetting en de regio in gang werd gezet, veranderde het afgebakende gebied van het vroegere Romeinse castellum in het hart van het bisdom Utrecht. Dit bleef door de hele middeleeuwen heen een plek van groot belang. Tot aan de reformatie die een (officieel) eind aan katholiek Utrecht maakte.
Stadsrechten en een stadsmuur
Een jaar van bijzondere betekenis voor Utrecht was het jaar 1122. Want in dit jaar kreeg Utrecht stadsrechten – met verregaande gevolgen. Het verkrijgen van stadsrechten houdt ook in dat je nu stadsmuren mag bouwen. En dat deden de Utrechters. Rings om de huidige binnenstad heen – langs de huidige Singel dus – ontstond een muur waaraan net als bij een parelketting tal van torens gereigd waren. Deze wachttorens waren eerst rechthoekig, later rond. Burgers van Utrecht hadden de plicht om de stad te beschermen en deze dienstplicht werd per gilde georganiseerd.

Herman Saftleven tekende 1665 de Bijlhouwerstoren in het zuidwesten van Utrecht. We zien ook de stadswal en links de Nicolaaskerk. (tekening in het Rijksmuseum Amsterdam).
Rings om de stadsmuur heen liep een gracht – de Singel – en op vier plekken was er een stadspoort om mensen en goederen naar binnen en buiten te laten: de Catharijnepoort in het westen, de Weerdpoort in het noorden, de Wittevrouwenpoort in het oosten en in het zuiden de twee Tolsteegpoorten.